Annapurna Round, Nepal – november-december 1999
We verblijven 2 dagen in het Summit hotel in Kathmandu, het is druk in de stad vanwege Diwali. De gympen van Erik zijn erg in trek bij de schoenmakers. We bekijken Durbar square en de apentempel, bezoeken Patan. Vanwege Diwali rijden er geen bussen naar Besisihar en worden we met een personenauto vervoerd.
Tijdens de trektochten overnachten we in tenten, onze ploeg bestaat uit een gids Pasang, kok, keukenjongen en de eerste week 5 dragers. Na de eerste week vallen er 2 dragers af. Bij het avondeten krijgen we welcome-to-you-taart. Vanavond veel zang en dans door het feest van het licht. De eerste dag loopt nog redelijk vlak naar Ngadi, daar overnachten we in de tent achter het dorp bij de brug. De volgende dag gaat het bij Bahubundra flink omhoog, daarna dalen we naar Kalangaun.
De mensen werken op het land, sommige kinderen vragen om een pen. Jagat is inzicht, het ligt bovenop een kam met daarachter hogere bergen. Onze campingplek is achter een lodge. We komen af en toe een groep Amerikanen tegen en een Italiaan. De drukte van deze koninginnentocht valt me nog mee, het verspreidt zich snel . Er is ook “handelsverkeer” tussen de dorpjes, de lege coca cola flesjes worden weer naar Besisahar gebracht. De derde etappe gaat naar Tal, maar we besluiten om nog een stukje door te lopen. In Kalte kamperen we in de tuin van een lodge. We zijn een bezienswaardigheid, er stoppen weinig mensen hier. De volgende dag lopen we verder langs de rivier, met een vroege lunchstop in Upper Danaque. We lopen langs aardverschuivingen, het gevolg van de moesson. Op onze campingplek treffen we de Amerikaanse groep. “Hello, how are you?”
Hier begint het Boeddhisme, er zijn toegangspoorten tot de dorpen, gebedsmolens onderweg en de huizen hebben altaartjes. We zijn inmiddels op 2500 mtr en hier begint het ’s nachts te vriezen, het ijs staat op de tent. We hebben vandaag een korte etappe tot Chame. De vallei opent zich en we hebben uitzicht op de besneeuwde toppen van de Annapurna’s. In Chame gaan we geld wisselen, er staat bewaking bij de bank. De waterflessen die ‘s avonds gevuld worden voor de volgende dag gebruiken we als kruik in bed. Buiten is er een schitterende sterrenhemel. De zesde dag gaat naar Pisang over een prachtig bospad, langs steile wanden. Vlak voor Pisang trekt de vallei open en wordt de route makkelijker. In Pisang staan we met de tent op een binnenplaats van een hotel, er wordt net een yak geslacht wat haastig opgeruimd wordt. De volgende dag horen we dat bijde Amerikaanse groep iemand longoedeem heeft gekregen en terug is gegaan naar Besisahar met ondersteuning van 2 andere ploegmaten.
In Manang hebben we een rustdag, we staan hier bovenop het platte dak van een huis. Hier woont oma met zoon en schoondochter. Beneden is de koeienstal en via uitgeholde boomstammetjes klimmen we naar de volgende verdieping. Erik maakt met gids Pasang een rondwandeling, Liset bezoekt een workshop over hoogteziekte van een westers hospitaaltje. De laatste etappes naar de Thorung La pas en lopen rustig aan naar Chetar Lathar. ’s Avonds duiken we met kleren aan in de slaapzak, we zitten inmiddels boven de 4000 mtr. De volgende dag zitten de ijsklonten in de veldfles. De route vanaf Thorung Phedi ziet er afschrikwekkend stijl uit , besluit Liset een paard te huren voor de dag naar de pas. In Thorung Phedi slapen we in de lodge in plaats van in de tent, toch wat comfortabeler op deze hoogte. Erik vertrekt ’s nachts om 4.00 uur naar de pas,hoofdlamp op en het pad zoekend in het donker. Liset gaat op het paard om 5.00 uur weg, het is ontzettend koud, maar een prachtige sterrenhemel. De zonsopgang kleurt de bergen prachtig. Bijna tegelijkertijd zijn we om 7.00 uur op de pas, de Thorung La 5416 mtr! Onze ploeg is opgelucht dat we het allemaal gehaald hebben. We dalen 1700 mtr naar Muktinath met mooi uitzicht op de Daulagiri. Deze dag eindigt met zang en trommelgeroffel.
Dit gebied, de Kali Gandaki, ziet er heel anders uit dan voor de pas. Hier zie je alle tinten bruin in het landschap terugkomen. We dalen richting Kagbeni en lopen langs de rivier naar Jomson. Er wordt een schaap geslacht voor het afscheidsmaal. We krijgen patat – steak – rauwkost – pizza – curry saus met rijst en natuurlijk een “see you again” taart zonder gist. We kunnen het niet op. We feesten nog wat na met appelbrandy. Na 14 dagen trekken nemen we ontroerd afscheid van onze dragers Aniel, Binot en Kopal, kok Kaluman, keukenjongen Padam en gids Pasang.
De volgende dag is het spannend of het vliegtuig vertrekt, maar gelukkig, met een vliegtuig vol mensen en appels keren we via de smalle vallei naar Pokhara.
In Pokhara verblijven we in de Fish Tail Lodge, een lux huisje en dat na zo’n kampeertocht. We bekijken Pokhara, het Tibetaanse vluchtelingen kamp, de waterval en het we gaan op de fiets naar het klooster waar Liset 8 jaar daarvoor ook geweest is. We verblijven nog een week in de wijk Thamel in Kathmandu, we rijden met een gammele bus naar Baktapur en kopen daar een mooi houten tempelraam.In een overvolle bus naar de Bodnath en met de taxi verder naar de Gokarne tempel. Hiervandaan lopen we terug naar de Bodnath. En nemen een kijkje bij Pashupashinat en zien nog net een lijk door de hitte de brandstapel afglijden het water in. De mannen halen het lijk weer uit het water en leggen het opnieuw op de brandstapel. We maken nog een uitstapje naar Chobar en lopen terug via Patan naar Kathmandu. Natuurlijk nemen we prachtige souvenirs mee en na stevig onderhandelen wordt er onder gemopper een grote gebedsmolen ingepakt. Erik geeft zijn gympen nog weg aan een schoenmakertje en Liset haar oude Helly Hansen fleece belandt bij een bedelaarster. De bedelaarster is er helemaal beduusd van en geeft de vest snel aan haar dochter.