Motorrit Dolomieten september 2010
Voor de route in Google maps klik hier.
Auteur: Erik
Foto’s: Erik & Ronald, naar de fotogalerie
Zaterdag 4 september … – Koblenz – Forbach
Eerst maar eens snel weg via de snelweg. Bij Koblenz eraf en langs de Rijn. Mooie kasteeltjes langs de prachtige rivier. Na wat verkeerde afslagen bij Friederichhaven en een omleiding in Karlsruhe de nog kleinere binnenwegen. Mooie route met afwisselend landschap van heuvelachtig tot bijna vlak. Als afsluiting van de dag een klein bosweggetje, en het werd steeds kleiner. Het laatste stuk naar de herberg was een wandelpad, te klein voor de motor dus om draaien en via het dorpje Forbach een andere route proberen. Na veel gedraai en geslingerd vinden we de juiste weg. Een hele klauterpartij via een onverhard bospad komen we bij de jeugdherberg. Prachtig gelegen in het bos met het ondergaande zonnetje. Nog net op tijd binnen om mee te kunnen eten. een sobere maaltijd van wat salade en al koud geworden pasta met een gehaktbal. Moe maar voldaan gaan we vroeg naar bed.
Zondag 5 september Forbach – Lindau
Na enig gedrentel en getreuzel gaan we op pad. Het is een mooie zonnig begin. Via het dorpje Forbach hobbelen we naar de “grote” weg die ons slingerend door een bosrijke omgeving brengt. Met enige regelmaat komen we een verkeersbord “verboden voor auto en motor, wel landbouwvoertuigen toegestaan”. Het is er zo rustig met verkeer dat we het aandurven de weggetjes te nemen. Zo komen we dichter bij de natuur en pittoreske plaatsjes. De Bodensee: toeristisch en wat een drukte, wel een mooi uitzicht over her meer waar de zeilboten vrolijk door het water voorbij glijden. In Lindau blijven we aan vaste wal om te overnachten in de jeugdherberg. Een grote en volle herberg. Veel gezinnen met kindertjes, die naar ons idee best al naar school mogen gaan. In de kamer zien we dat er al drie van de zes bedden zijn opgemaakt.Nu maar hopen dat het een beetje rustig blijft! We gaan de oude binnenstad in, gelegen op een eiland verbonden met een brug en een wal waar het spoor over loopt. In het stadje lijkt het wel of het toeristenvoedsel uit ijsco’s en pizza’s bestaat. Met enige moeite komen we bij een oude stadsherberg waar het prima vertoeven is en we laten daar ons laven en voederen.
Maandag 6 september Lindau – Steinach Am Brenner
Met 5 man op een kamer en dat heeft gevolgen voor het snurkers gilde, niet aan een goede nachtrust. We vervolgen onze weg al snel in Oostenrijk. Leuk slingerweg door het bos. Wanneer het landschap meer open wordt, zien we de Alpen aan onze rechterkant. Prachtig gezicht met ochtendnevel of wolken. Bij slot Neuschwanstein, het sprookjesachtige in de late 19-de eeuw gebouwde kasteel nabij Hohenschwangau, is het vergeven van de toeristen. Drommen mensen kuieren langs eettentjes en souvenirwinkels, touringcarbussen rijden af en aan om de ooh en aah’s murmelende toerist te laten klinken. We moeten zelfs betalen voor een parkeerplekje, nou ja … ongepast voor een motorrijder. Bij het verlaten van de parkeerplaats wilden we rechtsaf langs de Alpensee richting de Oostenrijkse grens. Dit werd bemoeilijkt door een verkeersbord dat het weggetje niet voor gemotoriseerd verkeer was en onmogelijk gemaakt door de vele wandelaars. Even een alternatiefje verzinnen. Via een gemoedelijk landweggetje komen we weer op de route, de aanloop naar de Fernpass. Deze pas op 1212 meter hoogte is een drukke weg tussen Imst en het Inntal. Zo druk dat het enige moeite kost om een foto te maken van het bord wat de pas aangeeft. Naar beneden slingerend ontwijken we de tunnel bij Biebrich. Verder dalend rijden we op steenworp afstand langs Innsbrück. Onder de Europabrug rijden we richting de Brenner. De jeugdherberg is wat lastig te vinden maar een mooi, moderne gelegenheid is het wel. Gelegen onder de snelweg, 90 meter boven ons, is het een rustige en luxe aangelegenheid. Een twee of driepersoons kamer met eigen douche en wc. Dat heb je niet in iedere jeugdherberg!
’s Avonds een ‘authentieke’ Oostenrijkse Putefilet genuttigd in het al door dagjestoeristen verlaten dorpje Steinach.
Dinsdag 7 september Steinach Am Brenner – Riva
Het waait en er zijn donkere dreigende wolken in het dal, gelukkig is het nog wel droog. Wederom gaan we slingerend op pad, via de Brenner naar Italië. De bewolking neemt toe naarmate we klimmen naar de Pensner Joch of zoals de Italianen Passo di Pénnes de pas noemen.
Hier staan we met ons hoofd, en voeten, in de wolken. Niets maar dan ook niets te zien. Met moeite ontwaar ik het bordje van de pas. een Belgische motorrijder komt nog een praatje maken, hij is in zijn eentje een rit door Europa aan het maken. Met een zicht van amper 25 meter rijden we verder, onze Belg achter latend, naar beneden. Het duurt niet lang of de Belg heeft bij ons gevoegd, zijn daal vermogen is beter dan dat van ons. Nog voor Bolzano/Bozen komen we vast te staan in een tunnel. Van tegemoed komende motorrijders horen we dat er een ongeluk is gebeurd een tunnel verderop. Als recht geaard motorrijders rijden we langs de file tot de betreffende tunnel. Een vrachtwagen is te dicht bij een personenauto gekomen. Veel van dat wagentje is er niet van over. Met dat ik de tunnel inloop om de situatie in te schatten, komt de Carabinieri aangesneld met de gebruikelijke toeters en bellen. Na het eerste belangrijke werk wat deze beambten behoren te doen vraag ik een agent of ik er met mijn motor langs mag. Dit valt niet mee met mijn en zijn Italiaans. Gelukkig mogen we er langs en met enige moeite, ik wil niet de politieauto beschadigen, wringen we er ons door heen. De Belg hebben we niet meer gezien. Door het “laagland” rijden we verder naar Trento en Rovereto. Hier begint de beklimming van de Monte Baldo, via kleine weggetjes door de velden met wijnranken gaan we naar Spiazza. Met een mooie kerk gebouwd tegen de rotswand. De kerk hebben we wegens tijdgebrek niet meer bekeken, te veel oponthoud gehad met het zoeken naar een rijdbaar pad en de regen. Aan de oostkant van de Monte Baldo zouden we het Gardameer moeten zien, tenminste volgens de kaart. De laag hangende wolken versperren ons het uitzicht. Tergend langzaam rijden we langs het meer naar Riva waar we midden in het historische centrum de jeugdherberg vinden.
Woensdag 8 september Riva – Menaggio
Regen, in alle vroegte. We moeten voor 8 uur weg zijn omdat het plein voor de herberg omgetoverd wordt tot marktplein. De herbergvader weet ons te vertellen dat het de hele dag zal blijven regen. Dat betekend dat we alles aantrekken wat maar water tegen kan houden, omdat onze motorpakken niet voldoende zullen zijn. Voordat het acht uur is zie ik al een klein blauw plekje tussen al het grijze van de lucht. Dat valt dus reuze mee, en nog geen kwartier later is het droog en dreigt er zelfs een zonnetje door te breken. Zullen we nu wel iets van de omgeving kunnen zien? Af en toe een flinke bui maar het weer houdt zich goed. Met een maximaal aan bochten en kleine weggetjes en een minimaal aan haast komen we in Menaggio. Een klein toeristisch plaatsje aan de westkant van het Lago di Como ofwel het Comomeer. Hier tanken we en kopen een koplamp voor mijn motor. Het lijkt wel of Ronald een gave heeft die dingen stuk te krijgen. We zijn te vroeg bij de jeugdherberg, deze is pas om 17 uur open dus alle tijd om mijn lamp te vervangen en van het uitzicht te genieten. De herberg licht vlak aan het meer. Wel jammer dat het begint te regenen. Dit weerhoud Ronald om nog even naar Villa Balbianello te rijden, een kleine 20 Km verderop. De jeugdherberg doet wat alternatief aan maar is dan ook verre weg de goedkoopste, en wel € 18. We zijn amper binnen of er barst een hoosbui los die de hoofdstraat veranderd in een wild – waterkanoparcours. Na een uurtje is het weer droog en wij opgefrist om het stadje te bekijken
Donderdag 9 september Menaggio – Brienz
Na het wakker worden blijkt dat we een derde kamergenoot erbij hebben. Gisteravond niets van gemerkt en het lijkt er op dat hij niets van ons merkt zo op het vroege uur. Na een klein ontbijtje in de zon gaan we op pad, verder naar het westen. Langs het meer van Lucano en het Lago Maggiore rijden we Zwitserland binnen. Hier is en voelt het nog erg Italiaans aan. Om de Simplompas te bereiken, moeten we eerst weer even door Italië, om vervolgens door een veel Duits Zwitsers landschap te klimmen. Na de Simplom krijgen we nog een mooi beeld van de klimmende en zigzaggende weg naar de Grimselpas toch nog 2165 meter. De oude weg naar Brig mogen we helaas niet nemen, om eventuele Zwitserse agenten niet tegen het lijf te lopen doen we dat ook niet en moeten helaas een extra stukje over de “grote” weg. We zijn al vroeg in Brienz waar de jeugdherberg aan het meer gelegen is, en maken een wandelingetje naar het dorp. Er blijkt nog plaats te zijn voor ons in de herberg en zijn bij inschrijving de enige twee op een acht persoonskamer. Dat valt niet tegen omdat de beschikbaarheid op de internetpagina al geruime tijd aangaf dat de herberg vol zou zitten. Het duurt dan ook niet lang of de kamer stroomt vol, met vooral wandelaars. Grote rugzakken en dito schoenen dus dat zit wel goed: rustig volk die het ’s avonds niet al te bont maakt en ’s ochtends weer vroeg op is, net al wij.
Zaterdag 11 september Ortenberg – Baden-Baden – …
Nog anderhalf uur door het Zwarte Woud met veel bochtenwerk en de route zit erop. Vanaf Baden-Baden nemen we de snelweg om weer naar huis te rijden.